top of page
Writer's pictureAnoek Nuyens

Miskraam

Het was de derde keer. De gynaecoloog pakte zonder iets te zeggen een servet waarmee ze de gel van de echo op mijn buik afveegde. Ik keek vanuit de behandelstoel naar het systeemplafond, op zoek naar een gat waarin ik kon ver­dwijnen, maar vond de hand van mijn vriend die me voorzichtig vastpakte. Op de echo van een paar weken geleden had ze het nog over ‘jullie kindje’. Nu keek ze naar het scherm en vroeg hoe ik ‘de vrucht’ wilde verwijderen. Verdoofd knoopte ik mijn broek dicht en zei dat ik het liefst vandaag nog een curettage wilde. De gynaecoloog antwoordde dat het erg druk was. Ik was inmiddels bekend met de statistieken: een op de vijf vrouwen onder de 35 maakt een miskraam mee. Hoe ouder, hoe hoger dat aantal. Logisch dat het druk is, dacht ik.


Mijn eerste miskraam kwam als donderslag bij heldere hemel. Ik was twaalf weken zwanger en alles ging goed. Ik had al een kraambox van de verloskundige gekregen en gefantaseerd over een naam. We besloten de foetus uiteindelijk te begraven in de tuin van mijn ouders. Een houten sigarendoosje bekleed met een zakdoek fungeerde als kist. We moesten huilen, maar ook lachen­ omdat we bang waren de over­leden kat van mijn ouders op te graven.

Ik pepte mezelf op met de gedachte dat dit gewoon domme pech was. Het kwam heus wel goed, zeiden mensen om me heen als ik erover vertelde. Maar na een halfjaar kreeg ik weer een miskraam. En het jaar erop weer een. En ineens werd het stil om me heen. Niemand wist meer wat te zeggen. Nadat de derde was weggehaald, besloten we op vakantie te gaan naar Bali. Dat zou ik normaal nooit doen, maar nu leek het me heerlijk. Zo ver mogelijk weg van mijn leven en de meelijwekkende blikken­.


Op de heenvlucht had ik veel pijn, maar ik prentte mezelf in dat die wel zou verdwijnen als we in het resort zouden aankomen. Dat deed ze niet. Die eerste nacht werd ik schreeuwend wakker van de pijn en het bloed. De curettage bleek niet goed te zijn gegaan, waardoor mijn lichaam maar zelf had besloten de restanten eruit te werken. Ik herinner me vlagen van die nacht. Mijn vriend die me in het donker naar de badkamer draagt. De koude tegels en

het warme bloed. De witte lakens die ik per se wilde wassen.


Als ik er nu op terugkijk, zie ik iemand die wanhopig alles probeert weg te stoppen voor de buitenwereld. Want dat was wat ik om me heen zag gebeuren. Een miskraam wordt medisch

­gezien als een natuurlijk verschijnsel.


De emotionele gevolgen blijven onderbelicht, terwijl die er wel zijn. Hoewel het bij nummer vier en vijf wel goed is gekomen, en ik nu gezegend ben met twee gezonde kinderen, is het

nog steeds een van de verdrietigste periodes­ in mijn leven. Ik ervaarde het als een soort omgekeerd rouwproces. Ik rouwde niet om iemand die er niet meer was, maar om iemand die nog moest komen. Vol verwachting zag ik deze nieuwe mens al helemaal voor me, van

de eerste lach tot de eerste schooldag. Ik had tijd nodig om afscheid te nemen van al die beelden die zo echt voelden, maar die ruimte was er niet. Terwijl ik 's nachts in mijn bed lag te huilen, verstopte­ ik overdag mijn verdriet.


Daarom heb ik besloten deze column eraan te wijden. Omdat ik vind dat dit moet veranderen. Er moet meer ruimte komen voor de emotionele ­impact. We moeten op zoek gaan naar woorden en rituelen die dit omgekeerde rouwproces ondervangen. Het moet gewoon worden. Net als miskramen zelf. Zodat onze dochters en zonen straks iets minder alleen zijn met hun verdriet. Nu alleen nog een goede hashtag.


 

Anoek Nuyens is theatermaker, schrijver en podcastmaker. Ze schreef deze post als column voor de weekendbijlage van De Standaard. Je vindt meer over haar werk via www.anoeknuyens.com


Anoek gaf deze tips om te lezen nog mee, omdat die haar troost geboden hebben:

Maar ik hield al wel van je - Marjolijn de Cocq

De regels gelden niet - Ariel Levy

0 comments

コメント


bottom of page